Je komt naar ons ziekenhuis voor een onderzoek van je hersenen: een BAEP (je zegt gewoon bep).
Met een BAEP doen we onderzoek naar:
- je gehoorzenuw
- het gedeelte van je hersenen dat er voor zorgt dat je kunt horen.
BAEP is een engelse afkorting:
Brainstem = hersenstam
Auditory = gehoor
E = Evoked, met opzet, expres veroorzaken
P = Potential, hoeveelheid
Vertaald in het Nederlands betekent het dus: “met opzet veroorzaken van prikkels in je gehoorzenuw”.
Bij een BAEP zijn die prikkels een aantal klikjes dat je te horen krijgt.
Met een BAEP kan de dokter onderzoeken wat de oorzaak is van jouw klachten.
Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten.
Een BAEP maken kan op sommige momenten onprettig zijn.
Er mag iemand bij je blijven tijdens de BAEP. Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt.
Voor de BAEP kom je naar de afdeling Klinische Neurofysiologie. Je vindt deze afdeling op de tweede verdieping van het UMCgebouw bij receptie 6.
Het WKZ ligt naast het UMCgebouw. Het UMCgebouw is het ziekenhuis voor volwassenen. Als je opgenomen bent ga je van het ene naar het andere ziekenhuis door een tunnel. Lopend of rijdend in een bed of een rolstoel.
Je hersenen en je zenuwstelsel
Het zenuwstelsel speelt een belangrijke rol in je lichaam, bij alles wat je doet en wat je voelt.
Zenuwen zijn eigenlijk net autowegen. Auto’s rijden van het ene naar het andere punt. Je zenuwen geven op dezelfde manier berichtjes door. Dat noemen we signalen. Die signalen ‘reizen’ heen en weer tussen je hersenen en je spieren. Daardoor kun je bewegen, voelen, zien horen, ruiken en proeven. Als er op de autoweg een file is, rijdt het verkeer langzamer. Soms staat het zelfs helemaal stil. Dat kan ook in je lichaam gebeuren als de signalen van en naar je hersenen vastlopen. Dan kun je bijvoorbeeld niet goed meer zien of horen. Of je kunt een bepaalde beweging niet goed meer maken.
Het zenuwstelsel bestaat uit:
- de hersenen
- hersenstam
- ruggenmerg
De hersenen
Je hersenen zitten in je hoofd, onder je schedel. Ze werken heel ingewikkeld. Je hersenen zorgen ervoor dat er van alles in je lichaam gebeurt. Bijvoorbeeld dat je kunt zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Ze regelen ook dat je kunt bewegen en dat je temperatuur goed blijft. En je kunt er natuurlijk mee nadenken en dingen onthouden. Je hersenen zorgen er ook voor dat jij je blij, boos of verdrietig voelt.
Hersenstam
De hersenstam is het onderste gedeelte van je hersenen. Het is de automatische piloot van je lichaam. De hersenstam regelt de dingen die je lichaam doet zonder dat je er over na hoeft te denken. Bijvoorbeeld ademhalen en je bloeddruk regelen. Je hersenstam zorgt er ook voor dat je lichaam eten en drinken goed verwerkt.
Ruggenmerg
Het ruggenmerg bestaat uit een dikke bundel zenuwen. Die zenuwen zijn de hoofdverbinding tussen je hersenen en de rest van je lichaam. Ze lopen door je wervelkolom, van je nek tot je stuitje. Zenuwen zorgen ervoor dat alle signalen uit je lichaam naar je hersenen gaan. Je hersenen zetten de signalen om in een actie in je lichaam. Bijvoorbeeld:
- Je stoot je grote teen.
- Via de zenuwen in je grote teen gaat er een signaal naar het ruggenmerg.
- Via het ruggenmerg gaat het signaal naar je hersenen.
- Je hersenen geven dan weer een signaal terug naar verschillende delen van je lichaam.
- Jij trekt je voet terug, grijpt hem vast met je hand en de tranen springen in je ogen. Dat gaat allemaal vanzelf.
Om de hersenen en het ruggenmerg zitten beschermende vliezen, en een waterige vloeistof: hersenvocht.
Dit hersenvocht doet twee dingen:
- Het beschermt de hersenen en het ruggenmerg.
- Het vervoert voedingsstoffen en afvalstoffen.
Hoe werkt het BAEP-apparaat?
We gaan meten hoe jouw gehoorzenuw werkt. Dit doen we met elektroden en een BAEPapparaat. Een elektrode is een metalen dopje met een draad er aan. Dat is verbonden met het BAEPapparaat, een soort computer. De elektroden zijn nu even een soort boodschappers of internetkabeltjes. Ze geven aan de computer door:
- welke prikkels de gehoorzenuw doorgeeft aan je hersenen en
- hoeveel prikkels de gehoorzenuw doorgeeft aan je hersenen.
Op het beeldscherm zijn allemaal golfjes te zien. Dit zijn de signalen die jouw hersenen uitzenden. Door deze golfjes goed te bestuderen kunnen we zien hoe jouw gehoorzenuw en hersenstam samenwerken.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Wat moet je van tevoren weten?
De dag vóór het onderzoek moet je goed je haren wassen. Daarna mag je geen gel of haarlak meer gebruiken. Schoon haar en een schone hoofdhuid zorgen ervoor dat het onderzoek gemakkelijk gaat. Je haar mag niet nat zijn tijdens het onderzoek.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Het onderzoek gebeurt in een behandelkamer. Tijdens het onder zoek lig je op een behandeltafel of je zit op een stoel. Je ouders mogen bij je blijven. Een laborant doet het onderzoek. Hij vertelt je steeds wat hij doet.
De laborant plakt 4 elektroden op je hoofd. Dat gaat zo:
- Hij maakt de 4 plekjes waar de elektroden moeten komen schoon met een wattenstaafje met scrubpasta. Dit is een soort zalf met hele kleine korreltjes erin.
- Zodra dit klaar is, plakt hij op elk plekje een elektrode.
- De elektroden kunnen we op twee manieren opplakken:
- Met kleefpasta, dit is dik en lijkt een beetje op boter. We houden de elektrode op je hoofd en plakken deze vast met kleefpasta. Om de elektrode goed vast te zetten doen we er een plukje haar overheen. Op de plekken op je hoofd waar geen haar zit, gebruikt de laborant een pleistertje.
- Met een soort lijm. Dit ruikt niet lekker en kan koud aanvoelen. Deze lijm doen we op de elektrode en drukken hem dan op je hoofd. Om de elektrode goed vast te zetten doen we er een plukje haar overheen. Met wat koude lucht blazen we de lijm snel droog.
- De laborant vertelt van tevoren welke manier hij gebruikt en waarom.
- Als alle elektroden geplakt zijn, controleert de laborant of de computer van alle elektroden de signalen goed door krijgt.
- Is alles in orde? Dan beginnen we met meten.
- Is het nog niet in orde? Dan zijn er twee manieren om te zorgen dat een elektrode de signalen wel goed doorgeeft:
- De laborant maakt de elektrode een beetje los en gaat opnieuw met de scrubpasta over je hoofdhuid.
- De laborant spuit wat gel op je hoofdhuid via het gaatje in de elektrode. Dit gebeurt met een stompe naald. Het kan een onprettig gevoel zijn, het krast over je hoofdhuid.
- De laborant controleert of alle elektroden goed contact maken met je hoofdhuid. Dan pas krijgt de computer de signalen goed door.
- Als alle elektroden goed zitten doet de laborant soms nog een haarnetje over je hoofd. Dan blijven de elektroden goed zitten.
- Daarna begint de laborant met meten.
Tijdens de BAEP moet je heel stil liggen en mag je niet praten. Je krijgt een koptelefoon op. Door de koptelefoon hoor je een heleboel klikjes. We kunnen met de elektroden zien hoe jouw hersenen op de klikjes reageren. Je hersenen doen dit automatisch. Jij hoeft daar niets voor te doen. Op het beeldscherm ziet de laborant allemaal golfjes. Dat zijn de signaaltjes van jouw hersenen. Als we alles goed in beeld hebben gebracht is het onderzoek klaar.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
De laborant haalt de elektroden weer van je hoofd af.
De kleefpasta haalt de laborant zoveel mogelijk van je hoofd en haren af met water of alcohol. Dit heeft een speciale geur. De lijm en de gel gaan minder gemakkelijk uit je haren. Daarvoor moeten we goed poetsen met een oplosmiddel. Dit heeft een speciale geur. We proberen zo voorzichtig mogelijk te doen. Toch is dat niet zo prettig, dat poetsen op je hoofd. Daarna kan je zelf je haren goed kammen en weer gewoon wassen. Na de BAEP ga je weer naar huis of naar de afdeling.
De uitslag
De uitslag krijg je na ongeveer een week van de dokter die de BAEP aanvraagt. De dokter bespreekt dan met jou en je ouders wat er op de BAEP te zien is. Dit kan op de polikliniek of via de telefoon. Als je opgenomen bent, krijg je de uitslag van de zaalarts.
Bijwerkingen
Bij een BAEP heb je geen last van bijwerkingen. Door een BAEP krijg je er dus geen nieuwe klachten bij.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties. Bij een BAEP is er geen kans op complicaties. Een BAEP is veilig. Je wordt er niet ziek van. Je klachten worden er ook niet erger door.
Heb je nog vragen?
Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
Voor vragen over een BAEP kun je bellen met de afdeling Klinische Neurofysiologie: 088 75 579 68
Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:
• Telefonisch: kantoordagen van 09.00 16.00 uur, 088 75 754 24
• Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
• Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek kinderneurologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Neurologie
Bereikbaar: maandag 8.30 tot 12.00 uur woensdag 8.30 tot 12.00 uur donderdag 13.30 tot 16.30 uur vrijdag 8.30 tot 12.00 uur