Je komt naar ons ziekenhuis voor een beenmergpunctie. We noemen dat ook een BMP. Het is een onderzoek waarbij de dokter beenmerg uit je bot haalt. De dokter onderzoekt dan wat de oorzaak is van jouw klachten.
Wat is beenmerg?
Beenmerg zit in het binnenste deel van je botten. Beenmerg ziet eruit als bloed.
In je beenmerg worden nieuwe bloedcellen gemaakt. Beenmerg is de fabriek waar jouw bloed gemaakt wordt.
Je hebt verschillende soorten bloedcellen:
- rode bloedcellen
- witte bloedcellen
- bloedplaatjes
Na een beenmergpunctie gaat jouw beenmerg naar het laboratorium. Daar kijken we:
- hoeveel bloedcellen je hebt
- hoeveel bloedcellen je van elke soort hebt
- wat de vorm is van jouw bloedcellen
Alles bij elkaar duurt het onderzoek ongeveer 45 minuten.
Voor een BMP moet je goed stilliggen. Een BMP is een pijnlijk onderzoek. De dokter heeft dit met jou en je ouders besproken. We hebben toen afgesproken dat we de BMP het beste onder narcose kunnen doen. Narcose wil zeggen dat je gaat “slapen” met behulp van medicijnen. Je voelt dan niets van de BMP.
De beenmergpunctie gebeurt bijna altijd op de operatiekamer. Kom je van thuis, dan ga je eerst naar een afdeling voor dagbehandeling.
Er mag iemand bij je blijven tijdens de opnamedag. Je vader, moeder of iemand anders die je graag bij je hebt.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Een tijdje vóór de beenmergpunctie heb je een afspraak op de POS-poli. POS-poli is de afkorting van: Pre Operatief Spreekuur. Dat betekent: het spreekuur vóór een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose.
Narcose wil zeggen dat je gaat “slapen” met behulp van medicijnen. Je voelt dan niks van de beenmergpunctie. We noemen dit wel slapen maar het is geen gewone slaap. Als je onder narcose bent kun je niet uit jezelf wakker worden.
De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen gaat geven. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de beenmergpunctie klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter.
De POS-poli is in het WKZ op de 1e verdieping bij receptie 8. Op de POS-poli heb je, samen met je ouders een gesprek met de POS-verpleegkundige of met de slaapdokter.
Wat gebeurt er op de POS-poli?
Ze willen van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld:
- welke ziektes je hebt gehad
- of je koorts hebt
- of je verkouden bent
Soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Dit doet geen pijn.
Ze bespreken met jou en je ouders:
- hoe het gaat als je onder narcose gaat
- hoe jij het beste de narcose kunt krijgen:
- met een prik of met een kapje
- wat jou kan helpen als je pijn hebt of bang bent
Als je tegen de narcose op ziet, zeg het dan tegen de POS-verpleegkundige of de slaapdokter!
Op de POS-poli krijg je een folder over de narcose. Dan kun je nog eens nalezen wat er is verteld.
Voor ouders
Gebruikt uw kind bloedverdunningsmiddelen? Dan kan het zijn dat uw kind deze al vóór de beenmergpunctie niet meer mag nemen. Overleg dit vóór de opnamedag al met de arts.
Gebruikt uw kind insuline? Dan raden we u aan om met de arts te overleggen. Misschien is het beter de dosis aan te passen.
Is uw kind allergisch, bijvoorbeeld voor pleisters, antibiotica? Meld dit dan altijd.
(Kinder)aspirine® is een pijnstiller die het bloed verdunt. Daardoor is er meer kans op nabloedingen. Geef uw kind daarom minstens twee weken voor de operatie geen (kinder) aspirine®. Als uw kind een pijnstiller nodig heeft, kunt u wel (kinder)paracetamol geven.
Kort voor de narcose mag uw kind geen vaccinatie krijgen. We houden de volgende periode aan:
- twee dagen voor de narcose geen DKTP- en meningokokken-vaccinatie
- twee weken voor de narcose geen BMR-vaccinatie
De dag van de beenmergpunctie
In de folder “Narcose” lees je hoe het gaat als je onder narcose gaat. Je leest daar ook wat er allemaal nog meer gebeurt. Voor alle duidelijkheid vertellen we het hier nog een keer in het kort:
Thuis / op de verpleegafdeling
- Je mag ’s ochtends vanaf een afgesproken tijd niet meer eten en drinken. Dat heet nuchter zijn.
- Meestal mag je die dag je medicijnen gewoon innemen. Behalve als de dokter heeft afgesproken dat hij niet wil dat je je medicijnen neemt.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Op de verpleegafdeling
- De verpleegkundige stelt nog wat vragen aan jou en je ouders.
- Soms komt de dokter nog even langs om te kijken hoe het met je gaat. Je krijgt een operatiejasje aan en een naambandje om.
- Misschien krijg je een drankje, pilletje of zetpil.
- Als je aan de beurt bent, ga je in bed.
- Jullie gaan samen naar de wachtruimte (de holding) bij de operatiekamer.
In de holding
- Eén van je ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige doen operatie-kleding over hun eigen kleding. Zo blijft alles schoon in de OK.
- De medewerkers van de operatiekamer (met een groen pak en een muts) komen jullie ophalen. Meestal stellen ze nog wat vragen aan jou en je ouders. Bijvoorbeeld ‘Hoe heet je?’ of ‘Wanneer ben je geboren?’ Zo controleren ze of ze de juiste patiënt voor zich hebben.
- Je gaat samen met één van je ouders, de pedagogisch medewerker of de verpleegkundige mee naar de operatiekamer.
In de operatiekamer
- Je gaat op de operatietafel liggen.
- Je krijgt drie monitor-stickers op je borst geplakt. Daarmee controleren we je hartslag.
- Je krijgt een plakker op je vinger of teen, met daarin een klein lampje, de saturatiemeter. Die meet of je genoeg zuurstof in je bloed hebt.
- Je krijgt de narcose met een kapje of een prik.
- Als je slaapt, gaat je vader of moeder terug naar de afdeling.
- De dokter doet de beenmergpunctie. Daar voel je niets van, omdat je slaapt.
In de uitslaapkamer
- Je ligt weer in je eigen bed als je wakker wordt.
- Eén van je ouders mag bij je komen zitten.
- De monitor-stickers en het lampje op je vinger zitten er nog.
- Je hebt een infuus in je hand. Een infuus is een dun, plastic buisje dat in je ader zit. Via een infuus kun je vocht, bloed of medicijnen krijgen. Ook nemen we via het infuus wat bloed af voor onderzoek.
- Als je goed wakker bent, rijden ze je met bed en al weer naar de afdeling.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Terug op de afdeling
- Als je weer op de afdeling bent, mag je in je bed rustig wakker worden.
- Er zit een wondje op je heup. Hier heeft de dokter de punctie gedaan. Op het wondje zit een pleister.
- De dokter heeft de plek waar hij heeft geprikt, schoongemaakt met een rode vloeistof. Daarom is deze plek rood. Dit kun je er later weer afwassen.
- Een verpleegkundige controleert regelmatig het wondje.
- Hoe het bij jou zal gaan? Dat is moeilijk van tevoren te zeggen.
- Als je goed wakker bent mag je weer wat drinken. Neem vaak kleine slokjes water of limonade zonder prik.
- Als het drinken goed gaat, mag je ook weer eten.
- Als je weer goed eet en drinkt, kan het infuus uit je hand.
- Als het goed met je gaat, mag je weer naar huis.
- Je mag je na de BMP weer normaal wassen of douchen. Haal de pleister er de volgende dag af. Dan geneest een wond sneller.
De uitslag
De dokter vertelt jou en je ouders wanneer en hoe jullie de uitslag van de punctie te horen krijgen.
Bijwerkingen
- Door de narcose kun je een beetje misselijk worden.
- Je kunt een droge keel, en een beetje pijn in je keel hebben. Dit komt, omdat je tijdens de narcose een slangetje in je luchtpijp hebt. Tijdens de BMP voel je daar niets van, omdat je dan slaapt. Als je wakker bent, kun je wat last van je keel hebben.
- Je kunt een beetje pijn hebben op de plek waar de dokter geprikt heeft. Het voelt als een ‘blauwe plek’. Dit gevoel kan een paar dagen blijven. Heb je veel last, vraag dan aan je aan ouders iets tegen de pijn.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Bij een beenmergpunctie is er vrijwel geen kans op complicaties.
Soms kan de dokter op de eerste plek niet genoeg beenmerg uit je bot halen. Dan prikt de dokter nog op een tweede plek.
Contact uitklapper, klik om te openen
Voor een afspraak hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts, arts van het consultatiebureau / jeugdzorg, of een specialist van een ander ziekenhuis.
Polikliniek Algemene kindergeneeskunde
De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.