Bloedafname

Bloedafname

De dokter kan jouw lichaam aan de buitenkant onderzoeken. Maar soms is dat niet genoeg om te weten wat er met je aan de hand is. Dan wil de dokter bloed van jou laten onderzoeken in het laboratorium. 

Je bloed stroomt door bloedvaten naar alle delen van je lichaam. Je kunt de bloedvaten zien als ‘blauwe‘ lijntjes vlak onder je huid. Kijk maar eens op je handen of de binnenkant van je elleboog. Om wat bloed uit het bloedvat te halen krijg je een prik. Dat kan niet anders.

Er zijn twee mogelijkheden: 

1. Is er weinig bloed nodig? Dan krijg je een bloedafname uit de vinger.
2. Is er meer bloed nodig? Dan doen we de bloedafname uit een bloedvat in de binnenkant van je elleboog. Of als dat niet lukt, in je hand of voet. Dat noemen we een venapunctie.

Een bloedafname uit de vinger of een venapunctie kan je voelen. Hoe het voelt is voor iedereen anders. We zorgen dat je er zo weinig mogelijk last van hebt.

Het afnemen van bloed duurt ongeveer 5 minuten. Het hangt ervan af hoeveel bloed de dokter nodig heeft.

Er mag iemand bij je blijven tijdens de bloedafname. Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt.

Een bloedafname doen we op de verpleegafdeling waar je opgenomen bent of op bloedafname poli, Egel. Dit is op de 1e verdieping - receptie 12. 

Je bloed en bloedvaten

Je bloed stroomt door heel veel grote en kleine bloedvaten naar alle delen van je lichaam. Onderweg geeft het zuurstof en voedingsstoffen af en haalt het koolzuurgas en afvalstoffen op. Hierdoor kunnen alle organen en spieren hun werk goed doen.

In je bloed zitten verschillende bloedcellen:

1. rode bloedcellen
2. witte bloedcellen
3. bloedplaatjes 

Bloedvaten kunnen dik zijn, maar ook heel dun zodat je ze bijna niet kunt zien. Dat is bijvoorbeeld zo in je vingertoppen. Bloedvaten kunnen diep in je lichaam zitten maar ook vlak onder je huid. Zoals op je handen, in je elleboog of op je voeten. Dan kun je ze goed zien.

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

Wat moet je van tevoren weten?

1. Soms moet je voor een bloedafname nuchter zijn. Dat betekent dat je van tevoren een tijd niets meer mag eten en drinken. De dokter vertelt hoe lang je nuchter moet zijn vóór de bloedafname.
2. Soms mag je géén of moet je juist speciale medicijnen innemen vóór de bloedafname. De dokter vertelt dit van tevoren.
3. Als je handen en armen warm zijn, zijn je bloedvaten wijder. Dan gaat de bloedafname beter.

Voor ouders

Ziet uw kind op tegen de bloedafname? Of zijn er bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld autisme) waardoor extra aandacht voor de voorbereiding van uw kind op de bloedafname nodig is? Neemt u dan telefonisch contact op met ons. Een medewerker maakt dan een afspraak voor de bloedafname, waarbij een medisch pedagogisch zorgverlener aanwezig is. Zij maken samen met u en uw kind een plan waarmee de bloedafname makkelijker gaat en zal aanwezig zijn tijdens de bloedafname om uw kind te begeleiden.

Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen

Bloedafname uit de vinger

1. Een bloedafname uit de vinger doen we in je kamer op de afdeling of op de prikpoli.
2. Je gaat zitten op de behandeltafel of op een stoel of op schoot bij je ouder.
3. Een laborant of een dokter doet de bloedafname uit de vinger. 

1. Je kiest zelf de beste vinger. Dat is de vinger die een beetje warm aanvoelt, dan gaat het makkelijker. Als het nodig is maken we je vinger warm met een handenwarmertje.
2. We maken je vinger schoon met een speciaal ontsmettingsdoekje. Dat kan koud en nat aanvoelen en het heeft een speciale geur. 
3. We smeren een beetje zalf op je vinger. Dit voelt glibberig. 
4. We zetten een klein apparaatje op je vingertop. Je hoort een korte klik en dan is het prikje gedaan. Hoe het voelt is voor iedereen anders.

1. We vangen de druppels bloed die uit je vinger komen op in een klein buisje. Als er niet zoveel bloed uit je vinger komt, wrijft en duwt de laborante een beetje op je vinger.

1. Als er genoeg bloed in het buisje zit, ben je klaar. 
2. Je krijgt een pleister op je vinger.
3. De bloedafname is dan klaar.

Bloedafname uit een bloedvat in je binnenkant van je elleboog (venapunctie)

1. Een venapunctie doen we in een behandelkamer op de prikpoli of op de verpleegafdeling.
2. Je gaat zitten op een stoel of op schoot bij je ouder. Als je op de verpleegafdeling bent, kun je ook op de behandeltafel zitten of liggen als je dat prettiger vindt.

1. Je krijgt een stuwband om. Dat is een elastieken band die strak om je arm komt. Hierdoor kunnen we je bloedvaten beter zien. Het is dan gemakkelijker om een goed bloedvat te vinden.

1. De laborant wil het beste bloedvat vinden. Daarom kijkt ze soms ook nog bij de andere arm.
2. Als het moeilijk is om een goede plek te vinden om te prikken dan kan de laborant een speciale lamp gebruiken waarmee je de vaten goed kunt zien.
3. Als jij er tegenop ziet dan zoeken we samen hoe we jou kunnen helpen. Bijvoorbeeld door iets te zoeken uit de afleidingsbox of de Buzzy te gebruiken.
4. Daarna maakt de laborant jouw huid schoon met een doekje. Dat kan koud aanvoelen en het heeft een speciale geur.
5. Het helpt als jij je arm goed stil houdt. Als je dat moeilijk vindt, kan iemand je helpen.
6. Dan doen we de bloedafname.

1. De stuwband kan nu weer los(ser).
2. Dan vangen we je bloed in een spuit of in één (of meer) speciale bloedbuisjes op.
3. Als we genoeg bloed hebben, haalt de laborant het naaldje uit je hand of arm.
4. Ze drukt even op de prikplek tot er geen bloed meer komt. Je krijgt daarna een pleister.

Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen

De uitslag 

Het bloed gaan we nu onderzoeken. Hoe lang dat duurt, hangt ervan af wat de dokter wil weten. De dokter vertelt wanneer je de uitslag krijgt. Dan bespreekt hij met jou en je ouders wat er in het bloed te zien is. 

Bijwerkingen

Het plekje van de bloedafname uit de vinger kan nog gevoelig blijven. Dit gaat vanzelf weer over. Bij het plekje van de venapunctie kan een kleine bloeduitstorting komen. Je krijgt daar dan een blauwe plek. Deze gaat vanzelf weer weg.

Complicaties

Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan ("volgens het boekje"), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.

Bij een bloedafname is er geen kans op complicaties. 

Contact uitklapper, klik om te openen

De poli bloedafname is geopend van maandag t/m vrijdag van 08.00 - 16.30 uur.