Terug op de afdeling
- Als je weer op de afdeling bent, mag je in je bed rustig wakker worden.
- De eerste twee uur na het onderzoek moet je plat op je rug blijven liggen.
- Er zit een wondje op je rug. Of, als je een transplantatienier hebt, op je buik. Hier heeft de dokter het biopt afgenomen. Op het wondje zit een pleister.
- Een verpleegkundige controleert regelmatig je bloeddruk, je hartslag door bij de pols te voelen en te tellen, en het wondje. In het begin ieder half uur. Daarna met langere tussenpauzes.
Hoe het met jou zal gaan? Dat is moeilijk van tevoren te zeggen.
- Als je goed wakker bent mag je weer wat drinken. Neem vaak kleine slokjes water of limonade zonder prik.
- Als het drinken goed gaat, mag je ook weer eten.
- Het infuus blijft in totdat de echo de volgende dag gemaakt is en de uitslag daarvan goed is.
Een echo
De dag na de biopsie maken we eerst een echo op de röntgenafdeling.
Een echo is een filmpje of foto van je nieren. Dit filmpje maken we met een groot apparaat met een beeldscherm. Dit noemen we een echo-apparaat. Hiermee kan de dokter ín je lichaam kijken. Om het scherm goed te kunnen zien is het een beetje donker in de kamer.
Aan het echo-apparaat zit een soort microfoontje. De dokter beweegt het over je buik. Het voelt aan als de bolle achterkant van een lepel.
De dokter doet eerst wat gel op de plek waar hij wil kijken. Dan glijdt het microfoontje goed over je buik. De gel is een beetje koud.
Op de echo ziet de dokter of er een bloeduitstorting (blauwe plek) op je nier zit. Soms gebeurt dat na een nierbiopsie. Het is niet ernstig. Meestal gaat het vanzelf over.
Naar huis
Je mag naar huis als:
- De echo goed is.
- Je je goed voelt.
- Je geen bloed in je plas hebt, soms heb je dat na een nierbiopsie. Ook dat is niet ernstig. Het gaat meestal vanzelf over.
Na vijf dagen mag de pleister op je rug (of buik) eraf.
De uitslag
We onderzoeken het biopt in het ‘lab’. Dat is een afkorting voor laboratorium, een speciale onderzoeksruimte. We kunnen niet van tevoren zeggen hoe lang dat duurt. Het hangt ervan af wat we precies moeten onderzoeken. Het ene onderzoek is sneller klaar dan het andere. Je hoort van de dokter wanneer je de uitslag krijgt.
Bijwerkingen
Sommige kinderen zijn misselijk na de narcose. De misselijkheid gaat meestal vanzelf over. En anders krijg je er medicijnen tegen.
Complicaties
Zelfs als een behandeling helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Door een nierbiopsie ontstaat er soms een bloeduitstorting (blauwe plek) in de huid, in de spier, of buiten de nier. Dit is niet gevaarlijk. De bloeduitstorting verdwijnt vanzelf na een aantal dagen.
Voor ouders
Soms ontstaat door de nierbiopsie een bloeding naar het nierbekken. Dan komt er bloed in de urine. Dit gaat meestal vanzelf over. Uw kind mag pas naar huis als de urine niet meer bloederig is.
Door bloed in de urine kunnen stolsels ontstaan. Daardoor kunnen de urinewegen verstopt raken. Als dat gebeurt, moeten we de blaas en urinewegen spoelen via een blaaskatheter. Een blaaskatheter is een dun slangetje dat via de plasbuis in de blaas wordt gebracht.
Als het bloedverlies ernstig is, kan er bloedarmoede ontstaan. Dan is een bloedtransfusie nodig.
Heel zelden stopt de bloeding niet vanzelf na een nierbiopsie. Dan moeten we operatief ingrijpen. Als we tijdens deze operatie het bloedvat niet kunnen afsluiten, moeten we de nier verwijderen. Deze ernstige complicatie komt voor bij minder dan 1 op de 1000 biopsiën.
Neem contact op met de nefroloog:
- bij koorts hoger dan 38.5° Celsius
- ernstige buikpijn of rugpijn
- bloed in de urine
Belt u dan:
- op werkdagen via de polikliniek Nefrologie 088 75 540 75.
- ’s avonds en in het weekend via het algemene nummer van het UMC Utrecht: 088 75 555 55 – vraag naar de dienstdoende kinderarts.
Acute situaties
Bij acute situaties, bloedingen bijvoorbeeld, neemt u direct contact op met de Afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van het UMC Utrecht: 088 75 568 85.
Wat mag je wel, wat mag je niet
De eerste vijf dagen thuis mag je geen wilde dingen doen. Doe je aan sport? Vraag aan de dokter wanneer je daar weer mee mag beginnen. Je mag wel gewoon naar school.
Heb je nog vragen?
- Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
- Voor vragen over de nierbiopsie onder narcose, kun je bellen met de polikliniek Nefrologie 088 75 540 75.
- Voor andere vragen of advies kun je bellen met de medisch pedagogische zorg: Medische pedagogische zorg - Het WKZ [link]
Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.