Voor de geboorte
Soms kunnen we al voor de geboorte vaststellen of uw kind spina bifida heeft. Dit doen we met zogenoemd prenataal onderzoek. We kunnen een neuraalbuisdefect vaststellen met echoscopisch onderzoek.
Echoscopisch onderzoek
Bij een echoscopisch onderzoek kunnen we met behulp van ultra-geluidsgolven de wervelkolom en het hoofdje zien. Hierbij kijken we of we een holte (cèle) op de rug zien en of er wervelbogen niet gesloten zijn. Verder onderzoeken we de vorm en grootte van het hoofd en de hersenholtes. Als u een echoscopie laat doen om een spina bifida vast te stellen, dan moet een ervaren specialist dit onderzoek doen, op het juiste tijdstip (in de 16e tot 20e week) in de zwangerschap, waarbij hij specifiek let op naar spina bifida. Laat u het onderzoek om andere redenen doen, bijvoorbeeld om vast te stellen in welk stadium uw zwangerschap is, dan kan het zijn dat een spina bifida niet gezien wordt.
Bij zeer vroegtijdige detectie van spina bifida kan de mogelijkheid van een intra-uteriene ingreep in Leuven (België) overwogen worden.
Na de geboorte
Een spina bifida aperta is bij het eerste onderzoek door de verloskundige of kinderarts meestal In de eerste dagen na de geboorte uitwendig zichtbaar. Tijdens de opname direct na de geboorte in het ziekenhuis kijken veel verschillende kinderspecialisten, zoals de kinderneuroloog, kinderneurochirurg, kinderuroloog, fysiotherapeut, kinderrevalidatie arts en kinderorthopedisch chirurg en kinderarts naar de afwijking van uw kind.
- De kinderneuroloog stelt zo goed mogelijk vast welke zenuwen afwijkend functioneren of helemaal niet functioneren.
- De kinderneurochirurg onderzoekt het defect van het ruggenmerg, de ernst van een mogelijk waterhoofd (hydrocefalus) en onderzoekt of een operatie mogelijk is met als doel het rugdefect te sluiten.
- De kinderfysiotherapeut en kinderrevalidatie arts kijken mee om het niveau van motorisch funktioneren zo goed mogelijk vast te stellen.
- De kinderorthopeed onderzoekt de wervelkolom en de gewrichten van de armen en benen.
- De kinderuroloog onderzoekt de functie van de blaas, de urinewegen en de nieren.
- De kinderarts focust zich op uiterlijke kenmerken en doet een algemeen lichamelijk onderzoek.
Om de ernst van de afwijking en de gevolgen voor de toekomst vast te stellen, doen we een aantal onderzoeken:
- De belangrijkste is de mr-scan (magnetische resonantie-scan) van de hersenen en het ruggenmerg. Hiermee kunnen we de structuur en mogelijke aanlegstoornissen van het centrale zenuwstelsel nauwkeurig in kaart brengen.
- Van de nieren en de blaas maken we een echo.
- Om afwijkingen van de gewrichten vast te stellen, maken we röntgenfoto's van de wervelkolom, heupen en voeten.
- Op indicatie wordt aanvullend onderzoek ingezet, bijvoorbeeld een klinisch genetisch onderzoek.
De diagnose spina bifida occulta is moeilijker vast te stellen, omdat we deze afwijking niet altijd meteen kunnen zien. Bij een vermoeden van spina bifida occulta doen we meestal dezelfde onderzoeken als bij een spina bifida aperta.